Tijdens een ouderavond op de kleuterschool wist Harry Slinger het publiek al te vertederen met een liedje over 'zijn ouwe tante uit Honolulu'. Op zijn repertoire stond ook een heuse Jordaan-medley, de buurt waar hij woonde en die hij zo goed kende. Voor zijn ouders was toen al snel duidelijk dat de bewonderaar van Johnny Jordaan en Willy Alberti ook het artiestenvak in wilde. 'Ga jij maar een vak leren' was toen nog het devies van zijn vader die een eigen kleermakerij had.
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en zo blonk de kleine Slinger op de lagere school uit in declamatie en kindermusicals. Met Ali Baba en de 40 rovers sprak de plaatselijke pers zelfs van een 'zangertje en acteur in de dop'.
Na de lagere school ging Slinger bij een kennis van zijn vader werken de stoffenhandel Barotex in de Oude Hoogstraat. 's Avonds ging hij naar school, maar toch wist hij tijd vrij te maken om met vrienden een toneel- en muziekgroepje op te richten. Zelf regelde hij de optredens in buurthuizen, op familiefeesten en voor bejaarden.
Als 18-jarige startte hij als slagwerker / zanger samen met een gitarist een bandje, genaamd The Hot Papatoes Swingers. Al snel werd de groep, met wisselende medewerkers en bandnamen stedelijk bekend, vooral bij studenten, op bruiloften en partijen en in de buurthuizen. In deze periode speelde Slinger ook nog mee in een amateurtoneelgezelschap. Toen de eigenaar van de stoffenhandel met pensioen ging kon Slinger bij Albert Heijn aan de slag.
Drukwerk
In 1976 kreeg de muziekgroep vaste vorm onder de naam DRUKWERK. Onder de bezielende leiding van Slinger kreeg de geëngageerde groep ook buiten Mokum bekendheid. Een carrière bij ‘s lands grootste kruidenier liet Slinger lopen om eerst in de Jordaan en later in Amsterdam-Noord als jongerenwerker aan de slag te gaan. In die periode schreef hij zijn eerste liedje ‘Ik verveel me zo’, een actielied over de leefomstandigheden van jongeren uit 'Noord'. In eigen beheer werd er een single van gemaakt, ‘gewoon, om hen een eigen plaatje te kunnen geven’. Tegen de verwachting in werd het nummer prompt door Hilversum opgepikt, waardoor de groep landelijke bekendheid verwierf.
Je loog tegen mij
Het duurde toch nog drie jaar voordat platenmaatschappij EMI geïnteresseerd bleek in dat Amsterdamse bandje. Op hun vrije zaterdag mochten Slinger en zijn kornuiten (in zes uur tijd) een demo opnemen. De maatschappij was zo enthousiast over de pure volkssound dat zij besloot de opnames als zodanig op lp te zetten. In april 1980 kwam ‘Je loog tegen mij’ uit op single, wat pas met kerst dat jaar resulteerde in een vette nummer 1-hit. Zes weken lang stond het nummer aan de top van de hitlijsten. Een verkoop van 5000 stuks per week was geen uitzondering. Ruim 143.000 maal ging de plaat uiteindelijk over de toonbank.
Bekende Nederlander
Vanaf dat moment waren Slinger en zijn band bekende en veel gevraagde Nederlanders. Tot 1982 konden de jongens hun baan nog combineren met Drukwerk, maar toen de interviews, fotosessies, optredens en promotionele activiteiten teveel tijd opslokten, kozen ze toch maar voor een professioneel bestaan. Voor Slinger was dat geen moeilijke beslissing; dit had hij toch immers altijd graag gewild. Energie en creativiteit gingen bij hem loos en samen met de groep produceerde hij negen lp's / mc's / cd's met hitnoteringen als ‘Marianneke’, ‘Schijn een lichtje op mij’, ‘Hé Amsterdam’, ‘Lijn 10’, ‘Carolien’, etc.
Vrijwel alle radio en tv-studio's heeft DRUKWERK in de jaren '80 van binnen gezien. In alle popbladen prijkten hun foto's. Een imago als Doe Maar heeft de groep echter nooit gehad. 'Ik weet het niet, misschien omdat wij gewone jongens waren', is de simpele uitleg die Slinger over die periode geeft.
Voor haar uitvoerende werk kreeg Drukwerk menige onderscheiding, o.a. de Edison populair, de Bob Scholtenring, 3 Veronica Awards en Het gouden Hart van Rotterdam. Slinger zelf kreeg de Ambassadeurstitel van Amsterdam en werd eind 1986 benoemd tot Prins Carnaval van Mokum.
Afscheidstournee
Hoogtepunten voor DRUKWERK waren hun optredens in het Concertgebouw van Amsterdam, in Carré en hun thematour Petje af voor Sonneveld, waarmee ze de Nederlandse theaters afgingen. Eind jaren '80, na 12½ jaar door het hele land te zijn getoerd bleek de koek op te zijn. Er kwamen wisselingen in de band, de inspiratie tot het schrijven van nieuwe nummers nam af en de jongens wilden er op een goede manier een punt achter zetten. Besloten werd een afscheidstournee te houden, wat uiteindelijk wel een half jaar in beslag nam. De slotakkoorden vielen in oktober 1990, in de Stadsschouwburg van Amsterdam.
Café Drukwerk
Van 1984 – 1989 waren de jongens van de band de trotse eigenaren van hun eigen café, midden in het centrum van de stad. Op zakelijk gebied ontstonden er problemen, het café werd verkocht en Slinger verhuisde in 1991 met zijn gezin naar het landelijke Westzaan.
Solocarrière
In alle rust ging Slinger daar verder met het schrijven van teksten en het maken van tot nu toe 4 cd’s. Ook had hij eindelijk tijd voor gastrollen in twee producties van Gees Linnebank: ‘De Muisjes’. Eindelijk weer eens acteren. Hij werd gevraagd mee te doen in de tv-series ‘In de Vlaamse Pot’, ‘Baantjer’ en in kinderseries van de VPRO. Al in de tijd met Drukwerk had hij wat uitstapjes in die richting gemaakt, zoals een rolletje in de film ‘Flodder’ en als stem van Blikke Bas in de tv-serie ‘de Tovenaar van Oz’. Ook was hij toen programmamaker / presentator van ‘Amsterdam da’s Mokum’ bij radio Noord-Holland en tijdens Sail Amsterdam ‘90.
Met een orkestband of onder begeleiding van een showorkest trekt hij nog wekelijks als soloartiest door het land. Tijdens zijn optredens ontkomt hij er niet aan nummers uit het repertoire van Drukwerk te zingen. 'Daar zal ik mijn hele leven wel aan vast blijven zitten', is Slingers nuchtere conclusie. 'En met plezier, hoor!' voegt hij daar glunderend aan toe.
LET OP: Harry heeft zijn solo cariere weer stopgezet en verzorgd zijn optredens samen met Drukwerk.
Amuseur
Wonderwel overleefde Slinger de crisis die in de jaren '90 ontstond rond het Nederlandse lied. Platenmaatschappijen werden voorzichtiger met het uitbrengen van platen en omroepen zetten een streep door de meeste muziekprogramma's. In het begin van zijn solocarrière had Slinger niet veel werk, echter nog wel voldoende om het hoofd boven water te houden. Overtuigd van zijn eigen kwaliteiten als 'amuseur' hield hij vast aan zijn formule om voor iedereen (jong en oud, arm en rijk, familiefeesten en bedrijven) op te blijven treden. En met succes: waar hij komt wordt hij teruggevraagd. Feesttenten, discotheken, kroegen en zalen krijgt hij plat. In krap een uur tijd weet hij zijn publiek tot een hoogtepunt te brengen. Geen ‘ik wil die handjes zien’ of ‘is everybody happy?’, maar door zijn eigen enthousiasme en pakkende teksten tussen de nummers door, kan Slinger tot op de dag van vandaag mensen entertainen. Een volksvermaker pur sang, zoals je er in dit vak niet veel meer tegenkomt. En dat alles zonder noemenswaardig veel op de radio te worden gedraaid of met zijn kop op de tv te verschijnen.
Harmonie en fanfareorkesten
Als eerste zanger ter wereld waagde Slinger het in 1996 om samen met een harmonieorkest een cd op te nemen. En wel met het Frysk Jeugd Harmonie Orkest o.l.v. Piebe Bakker. Bij de Tros kregen ze een special, maar de verkoop van het schijfje was nog niet volgens verwachting. Toch beet Slinger zich in 'zijn' project vast en stortte zich op een tweede cd. Ditmaal opgenomen met het Jeugdorkest Jong Excelsior uit Amsterdam-Osdorp. Stonden er op de eerste HAFAPOP-cd alleen bekende Nederlandse liedjes, voor de tweede schreef Slinger samen met Pieter Goemans teksten op bestaande harmoniemuziek. ‘Er zijn een slordige 3000 orkesten in Nederland die de meest fantastische muziek maken. Wat zou het niet prachtig zijn wanneer ik een van hun optredens op zou luisteren met leuke liedjes! Wat dacht je van ‘Het land van Maas en Waal’, ‘Jan Klaassen de trompetter’, ‘Een vrijgezel’, ‘Twee motten’, ‘Pak de fiets maar’, ‘De zonnige kant’ of ‘Groet mijn Amsterdam’. Dat willen mensen graag horen. Dat is feest, altijd gezellig!’ En inderdaad moeten de toeschouwers met een glimlach constateren dat Slinger ook op dit terrein de mensen met flair aan zijn voeten krijgt.
Website Drukwerk & Harry Slinger.
In 2000 was ie er opeens, een website over Harry Slinger en Drukwerk. Eerst nog heel klein en anoniem, maar in de loop van 2001 groeide de website uit tot een document waar je niet meer omheen kunt. Via deze website werd duidelijk dat Drukwerk zich nog altijd tot de grote mag rekenen. Het resulteert uiteindelijk in een hechte samenwerking tussen Slinger, EMI en de website. Dat de website in een behoefte voorziet blijkt aan het nog altijd groeiende aantal bezoekers. Wat er op dit moment staat, kun je zien op http://www.drukwerktour.nl
Comeback Drukwerk.
Met de groeiende belangstelling voor de Drukwerksite, kwam ook de belangstelling voor het oude materiaal van de groep. Helaas was dit slechts beperkt op CD verkrijgbaar. Maar 20 jaar na de nummer 1 hit 'Je loog tegen mij' is in 2001 de single opnieuw uitgebracht. In Januari 2002 is er een 4CD Box met 81 Drukwerk nummers en een 36 bladzijde dik boekje uitgebracht. Begin maart is de single Hallo Den Haag uitgekomen, gevolgd door een 2CD de beste van Drukwerk.
En Drukwerk gaat opnieuw het land in. sinds 2002 is Drukwerk weer te vinden in alle zalen waar ze vroeger speelden. Inmiddels loopt de Drukwerktour al weer twee jaar en maakt Harry zich op voor een derde jaar!
Theater.
Sinds jaren was Slinger dit jaar weer te zien in het theater. "Een Schitterende Jongen" (naar het gelijknamige lied van Robert Long) is een verhalende, muzikale voorstelling, waarin een bijzondere selectie liedjes rond het thema homoseksualiteit uit de schatkist van het Nederlandse cabaret ten tonele werd gebracht. Meer hierover vind je uiteraard op de website van Harry /Drukwerk.
In de Efteling heeft Harry de rol van opa gespeeld in TiTaTovenaar en 2006/2007
stond in het teken van de landelijke theatertour voor de Zonnebloem met een dubbelrol voor Harry in ‘Het Heilige Vuur’!
Kortom het verhaal is nog niet uit...